Gedichten

We gaan reizen door het land
Dan in de kar ...dan aan de hand
Slenteren overal naar toe
Langs de paarden en de koe
In het water aan de kant
Stappen de zwanen weer aan land
Een broodzak vol met oud brood
Komen er velen uit de sloot
Onze reis gaat daarna verder
Kijk daar vliegt een mooie sperwer
En o wat zijn de bloemen mooi
Groeien nu pas uit de plooi
Het was lang durig koud en fris
S,morgens vaak de ochtend mis
Met de bolderkar trekken we voort
Ze lezen een boekje ongestoord
plots hoor ik de oudste zeggen
Zonder iets... maar uit te leggen
Zit jij soms bij mijn te spieken
Zit je bij mijn.... af te kieken
En de kleine roep heel spontaan
Nee ik kijk niet bij jou.... kijk naar die zwaan
Zijn broer leest aandachtig voort
Zo als dat bij eerste klassers hoort
Zijn ogen houden broertje in de gaten
Spiek je al weer ... kijk in je eigen boekje
Ze krijgen beiden..... van oma een koekje