Gedichten

Die Joodse vrouw, die zoveel verschrikkingen
doorstond,
maakt zich nu nuttig heel terstond
met de opvang van heel ernstig zieke kinderen,
van uiteenlopende afkomst dan.
Geen onderscheid naar ras of religie naar plan.
Zij wil met haar leven nog iets núttigs doen
en koos hiervoor, uit een zeker fatsoen.
Dát dan thuis grondig geleerd: je behandelde
niemand verkeerd,
in díe zin dat je altijd respect betoonde.
Dat gold voor een íeder naar religie of ras.
Zo leerde zij aldus thuis, waar een góed voorbeeld
was.
Míj houdt bezig deze dappere vrouw, zo heel niet
verbitterd. Nog altijd het góede wou!
Aan zulke mensen mogen we best een voorbeeld
nemen.
Bij háár de oorlog nooit over, tóch geen haat te
geven...