Gedichten

Ik heb wat behoefte aan frisse lucht en
ondertussen -opgelucht!- ontdoe ik me
van plastic afval en een aantal flessen.
Ik onthoud best goed de milieulessen.
Breng een en ander naar de speciale
parkjes dan. Stem con amore in, vind 't
een góed plan.
Onderweg kom ik 'n bloeiende Gaulthéria
tegen met haar bloeiende bes. Een heel
erg leuke sierpot doet de rest.
Wat verlaten fietsen liggen op de grond.
De stevige stormwind blaast ze in het rond.
Ikzelf hoef gelukkig niet vér, maar genoeg
voor wat teugjes zuurstof.
Ik slóf op mijn gemak weer naar huis.
En ook daar vlakbij heeft de wind huis-
gehouden; heel veel afval in mijn tuin.
De wind blaast er schuin alles op een hoop.
Ik ruim dan maar op. Zó kan het wel weer:
de huisvrouw ten top!
De tuin ligt er verder triest en verdord bij.
Maar een enkele plant maakt me nog blij.
Dankzij de zachte winter lééft die nog en
zo gaat er mijn oog over meer tóch.
Veel eraan doen kan ik nu niet. Kijkend vanuit
een ooghoek heb ik de Sering in het verschiet.
Dat wordt straks in mei een prácht zoals ik
die nú dan al zag...
Ik ga maar naar binnen. Veel is er buiten niet
aan en ik heb er dan mijn plicht gedaan.
Mijn gezondheid won er ook bij. Ja, ik zorg
goed voor "mij".