Bromvlieg
dendert ronkend door de kamer,
stuiterend van ruit tot ruit,
rode kop, -gloeiende hamer-,
zigzag zoevend,- wil eruit.
Onbedaarlijk blijft hij pogen,
remmen los, turbo, vol gas,
priemen de facetten-ogen
door onneembaar vensterglas.
Bijtanken en uit gaan blazen
wekt de hand, die zich uitstrekt,
neemt hem maar wat graag te grazen, -
wees maar waakzaam, stom insect.
Maar in ‘t tikken van de tijdbom
waait een deur naar openlucht,
vliegensvlug schiet brom de hoek om,
dodendans nog eens ontvlucht.
© Copyright 2007 - 2024
Merknamen en domeinnamen eigendom van Internet Ventures Ltd - website via licentie in beheer door Volo Media Ltd